Leviticus 13:30

SVEn de priester die plaag zal bezien hebben, dat, ziet, haar aanzien dieper is dan het vel, en geelachtig dun haar daarop is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid van het hoofd of van den baard.
WLCוְרָאָ֨ה הַכֹּהֵ֜ן אֶת־הַנֶּ֗גַע וְהִנֵּ֤ה מַרְאֵ֙הוּ֙ עָמֹ֣ק מִן־הָעֹ֔ור וּבֹ֛ו שֵׂעָ֥ר צָהֹ֖ב דָּ֑ק וְטִמֵּ֨א אֹתֹ֤ו הַכֹּהֵן֙ נֶ֣תֶק ה֔וּא צָרַ֧עַת הָרֹ֛אשׁ אֹ֥ו הַזָּקָ֖ן הֽוּא׃
Trans.wərā’â hakōhēn ’eṯ-hanneḡa‘ wəhinnēh marə’ēhû ‘āmōq min-hā‘wōr ûḇwō śē‘ār ṣâōḇ dāq wəṭimmē’ ’ōṯwō hakōhēn neṯeq hû’ ṣāra‘aṯ hārō’š ’wō hazzāqān hû’:

Algemeen

Zie ook: Geel, Melaats, Priester

Aantekeningen

En de priester die plaag zal bezien hebben, dat, ziet, haar aanzien dieper is dan het vel, en geelachtig dun haar daarop is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid van het hoofd of van den baard.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

רָאָ֨ה

zal bezien hebben

הַ

-

כֹּהֵ֜ן

En de priester

אֶת־

-

הַ

-

נֶּ֗גַע

de plaag

וְ

-

הִנֵּ֤ה

-

מַרְאֵ֙הוּ֙

dat, ziet, haar aanzien

עָמֹ֣ק

dieper

מִן־

-

הָ

-

ע֔וֹר

is dan het vel

וּ

-

ב֛

-

וֹ

-

שֵׂעָ֥ר

haar

צָהֹ֖ב

en geelachtig

דָּ֑ק

dun

וְ

-

טִמֵּ֨א

hem onrein verklaren

אֹת֤וֹ

-

הַ

-

כֹּהֵן֙

daarop is, zo zal de priester

נֶ֣תֶק

het is schurftheid

ה֔וּא

-

צָרַ֧עַת

het is melaatsheid

הָ

-

רֹ֛אשׁ

van het hoofd

א֥וֹ

-

הַ

-

זָּקָ֖ן

of van den baard

הֽוּא

-


En de priester die plaag zal bezien hebben, dat, ziet, haar aanzien dieper is dan het vel, en geelachtig dun haar daarop is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid van het hoofd of van den baard.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!